Interview met Florent Moreau – Valhor
Een gesprek met Florent Moreau, president van de interprofessionele organisatie Valhor
Tijdens Florevent Lyon 2025, het salon voor professionele floristen, hebben we een gesprek met de gloednieuwe President van Valhor, Florent Moreau.
Wie is Florent Moreau?
Wat is de missie van Valhor?
Hoe engageert deze organisatie zich op vlak van duurzaamheid?
Wat is de visie in de discussie over ‘Fleurs de France’ versus importbloemen?
Florent Moreau is gepassioneerd door de sierteeltsector. Al meer dan 20 jaar heeft hij als vakbloemist een bloeiende bloemenzaak in het Franse Saint-Laurent sur Sèvre (departement de Vendée). In november 2024 werd hij verkozen tot voorzitter van de interprofessionele organisatie Valhor.
FM: “In het verleden ben ik ook voorzitter geweest van de Fédération Française des artisans fleuristes (de Franse vakvereniging voor floristen), een federatie waaraan ik zeer gehecht ben en waarbij ik al vele jaren betrokken ben als vertegenwoordiger van de vakfloristen. Het is een collectief initiatief dat ik heel erg zinvol vind. Als we met z’n allen samenwerken, kunnen we heel veel problemen oplossen. Sinds november 2024 ben ik dus ook voorzitter van Valhor.”
Welke uitdagingen heb je jezelf gesteld? Wat is je doel met Valhor?
FM: “Allereerst is het mijn doelstelling om de missies van Valhor beter bekend te maken bij professionals. Valhor heeft een zeer gevarieerde, zeer brede expertise ten dienste van bedrijven, maar heel wat bedrijven zijn zich niet echt bewust van wat Valhor precies doet. Ik wil de informatieoverdracht van Valhor naar bedrijven toe te verbeteren.
Het is de missie van Valhor is om alle 45.000 Franse bedrijven die bloemen en planten op de markt brengen, produceren of ermee werken te vertegenwoordigen. De kerncijfers zijn dus: 45.000 bedrijven, ongeveer 200.000 werknemers en een omzet van 15 miljard euro.
Het strategisch plan van Valhor voor 2030 heeft drie ambities:
- De aantrekkelijkheid van het beroep. Dit betekent nieuwe medewerkers werven en vooral op een goede manier opleiden. We willen ervoor zorgen dat er meer mensen in Frankrijk in de bloemen- en plantensector willen werken: zowel vakbloemisten als tuin- en landschapsarchitecten als producenten.
- De missie van het economisch concurrentievermogen. Als interprofessionele organisatie is het ook onze taak om samen te werken met de overheid om de economische perimeter van onze bedrijven te vergemakkelijken en te behouden. Het is dus belangrijk om de veranderingen in de wetgeving in de gaten te houden en te werken aan het hele regelgevingskader. We voeren ook veel toekomstgerichte studies uit.
- De derde missie is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Net als alle andere bedrijven en economische spelers in Frankrijk en Europa moeten ook wij een milieubewuste aanpak hanteren.
Hoe ziet u de toekomst op vlak van duurzaamheid in deze sector? En in het bijzonder wat betreft snijbloemen en planten?
FM: “Snijbloemen zijn inderdaad een heel belangrijk onderwerp voor ons. Er is de laatste tijd heel wat te doen rond residuen van gewasbeschermingsmiddelen op snijbloemen in de Franse media. Met heel wat negativiteit voor onze sector. Een groot deel van ons team is hier nu al enkele maanden – sinds oktober 2024 – druk mee bezig.
Onze ambitie en de ambitie die ik in het bijzonder heb als vakbloemist is in de eerste plaats om duidelijk te maken dat het aanbieden van en werken met bloemen en planten niet dodelijk is. Dat is toch geweldig nieuws. We hebben bovendien het geluk dat we dagelijks een heel mooi en bevredigend beroep kunnen uitoefenen.
Het is ook aan ons om de vragen van de werknemers in de sector te beantwoorden en vooral om de consumenten gerust te stellen, of in ieder geval niet nog meer ongerust te maken. Dat vind ik heel belangrijk. Om dit te bereiken wil Valhor vandaag in de eerste plaats aantonen dat bloemen geen gevaarlijk product zijn.
We voeren momenteel een onderzoek uit, waarvan we de resultaten binnen een jaar in de pers zullen publiceren, om aan te tonen wat er in snijbloemen zit en wat de mogelijke gezondheidsrisico’s zijn, in de hoop dat die er niet zijn, natuurlijk. In ieder geval willen we aantonen dat er geen gevolgen zijn voor de gezondheid. Ik hoop in ieder geval dat we tot deze conclusie kunnen komen.
We moeten er vooral voor zorgen dat we consumenten alle informatie geven die ze nodig hebben, zonder ze te overladen met informatie waar ze niets aan hebben.”
Kan je ons ook de positieve punten van bloemen opnoemen?
FM: “Er zijn eigenlijk heel veel positieve aspecten aan bloemen. Als vakbloemist ben ik gepassioneerd over mijn werk. Ik hou van bloemen. Bloemen zijn mooi. Mensen kopen bloemen om zichzelf een plezier te doen, om plezier te geven, maar vooral om boodschappen over te brengen, of ze nu verdrietig zijn of blij, bloemen brengen heel veel mooie boodschappen. En dat is echt de rol van de vakflorist.
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer consumenten een bloemenverkooppunt binnenlopen om bloemen of planten te kopen en zeker als ze bij een vakbloemist terechtkomen – dat is mijn core business – dat ze in de eerste plaats komen om een mooi en uniek moment te beleven. Ze willen zichzelf verwennen, een mooie winkel binnengaan waar het lekker ruikt, waar veel mooie bloemen staan, veel mooie seizoensbloemen. We moeten erkennen dat de consument van vandaag op zoek is naar mooie bloemen en we moeten op deze vraag inspelen.
Het is de diversiteit aan bloemen die met de seizoenen mee verandert die ons vak zo mooi maakt. En dat is echt waar de klant naar op zoek is.”
Je verdedigt ook de Franse snijbloemenproductie. En hoe positioneer je die ten opzichte van de import?
FM: “Vandaag de dag is het niet erg ingewikkeld. De handelsbalans van Frankrijk voor snijbloemen is 80% import en ongeveer 15-20% in Frankrijk geproduceerde bloemen. Die twee vullen elkaar volledig aan.
Je kunt ze niet tegen elkaar uitspelen. Franse bloemen hebben een echte toegevoegde waarde voor de consument. Als de bloemist kan vertellen dat deze bloem in Frankrijk is geproduceerd, of dat de producent zich op 15, 20, 30 of 50 kilometer verderop bevindt, is de consument daar natuurlijk gevoelig voor.
Toch is dat niet per se de bloem die ze zullen kiezen, want in Frankrijk kunnen niet alle bloemen geproduceerd worden. Frankrijk is een productiezone in Europa en op onze planeet, net zoals Italië, Nederland en de landen die aan de evenaar grenzen. Elke productiezone wordt meer en meer specifiek voor een bepaald product. We moeten dit zien als een troef.
Vandaag weten we de oorsprong van cacaobonen of koffiebonen in verschillende regio’s van de wereld naar waarde te schatten. Ik denk dat we in dezelfde richting moeten werken voor de bloemen, maar dan wel met alle nodige garanties voor de consument. We moeten educatief zijn: we moeten uitleggen waarom een bepaalde bloem in een bepaalde regio van de wereld op een bepaald moment wordt geproduceerd. We moeten duidelijk maken waarom rozen uit Colombia of Ecuador bijvoorbeeld grotere knoppen hebben dan rozen die elders in de wereld gekweekt worden. Ik ben geen kweker en ik ben zeker geen expert op dit gebied, maar ik weet wel dat elke regio van de wereld een heel specifieke meteorologie heeft, een heel specifiek niveau van zonneschijn en een heel specifiek niveau van vochtigheid. De landen die grenzen aan Ecuador staan bekend om de kwaliteit van de rozen die ze er produceren. De robuustheid van de roos, de stevigheid en grootte van de knop en de stevigheid van de steel dragen allemaal bij aan de reputatie van de rozen die geproduceerd worden in de landen die grenzen aan de evenaar.
De mediterrane boog, en in het bijzonder de Var en de hele Var-regio, staat bekend om zijn mediterrane bloemen van topkwaliteit, zoals ranonkels, anemonen, tulpen en pioenen. Dit is de kracht van de Franse productie in het zuiden van Frankrijk. Alle Franse telers zijn gediversifieerd qua productie, met kleine productie-eenheden, wat ook de vitaliteit van Franse telers is.
Wat Nederlandse telers sterk maakt is het feit dat ze zeer gespecialiseerd zijn in monoculturen. Zij hebben het mogelijk gemaakt om het plantenaanbod te standaardiseren en vooral te structureren. En dat is wat de klanten van vandaag precies willen: als ze vandaag een bloem kopen, willen ze dezelfde bloem de volgende dag terugvinden, of 2 of 3 dagen later, of 15 dagen later, of zelfs 3 weken later. We kunnen hen dan uitleggen dat sommige bloemen inderdaad seizoensgebonden zijn, maar dat er een basis is van bloemen en planten die ze bijna identiek zullen vinden elke keer dat ze in de winkel komen.”
Kunnen we de wereld dan zien als één grote tuin?
FM: “Voor mij is de wereld inderdaad een grote tuin. Natuurlijk moeten we alle voorzorgsmaatregelen nemen en moet duurzaamheid een begrip zijn. Maar ja, de wereld, de planeet is voor mij een grote tuin.
Het is mijn taak om het beste uit onze sector te halen en om ervoor te zorgen dat consumenten op zoveel mogelijk manieren ingelicht worden over bloemen en planten.”
Hartelijk dank voor dit verhelderende interview.