Bezoek je de tentoonstelling ‘Rose, Rose, Rose à mes yeux. James Ensor en het stilleven in België van 1830 tot 1930’ – nog te bewonderen tot 14/04/2024 in Mu.ZEE in Oostende – , dan maak je een unieke reis door de geschiedenis van het stilleven in België in de 19de en 20ste eeuw met James Ensor als gids. Bovendien ontdek je hoe belangrijk de natuur en nog meer de bloemen waren voor heel wat schilders en hun klanten of bewonderaars.
Decoratief genre van artistiek belang
Het stilleven, dat in het begin van de negentiende eeuw verworden was tot een decoratief genre zonder inhoud en artistiek belang, werd artistiek geherwaardeerd in de loop van de negentiende eeuw; door het te monumentaliseren, door het beeld te verlevendigen, door exotisme, of door het op te nemen in een interieur. In dat opzicht is het werk van Ensor heel erg inventief. Zijn lange carrière had een belangrijke artistieke invloed op vele kunstenaars vanaf 1880 tot aan het modernisme.
Kleur en nuances, maar ook uiting van stemmingen
Ensor stelt dus meteen ook de negentiende-eeuwse Belgische academische traditie van decoratieve schilderkunst in de kijker, met intrigerend werk van weinig bekende schilders zoals Jean Robie, Hubert Bellis, Frans Mortelmans en Henri De Braekeleer, en vergeten vrouwelijke kunstenaars zoals Berthe Art en Alice Ronner. Dat het vaak vrouwen waren, die in de 19e eeuw in het bloemstilleven de liefde tot de bloemen vertolkten, is niet te verwonderen. Hun bewondering voor bloemen en de natuur hadden zij al in handwerk – geborduurde bloemen – en dus op heel conventionele wijze proberen te uiten. Met de vernieuwing in de schilderkunst, zijn zij het, die hun bloemenliefde, hun zin voor bloemen- en kleurenschikking in de nieuwe taal uitspreken. Voor mannelijke schilders werd het schilderen van bloemen in eerste instantie een middel tot uitdrukking van kleur en nuances, maar het bloemstilleven vertolkte ook vaak de persoonlijkheid of de stemming van schilders. Schilders begonnen vaak bloemen te schilderen als studie van kleur, toon of vorm, maar al schilderend werd het vaak een uiting van hartstocht, verlangen, droefheid, vreugde of droom.
Schilderijen vereeuwigen efemere bloemstukken
Stillevens hadden heel vaak de functie om interieurs van gegoede burgers te decoreren en versieren. Dikwijls waren er ook al bloemencreaties als pronkstukken in huis aanwezig. De schilderijen slaagden erin het efemere te vereeuwigen.
Een weelde aan variëteiten
Het is heel bijzonder om in de schilderijen te ontdekken hoeveel variëteiten van bloemen al gekend waren. De bloemenstillevens zijn een palmares van bloemenvariëteiten uit binnen- en buitenland. Terwijl exotisme bijzondere exotische bloemen ten tonele bracht, zorgde het Japanisme voor het less is more principe: de pure eenvoud van één bloementak. Sommige schilders houden van kleurrijke combinaties van bloemen, terwijl andere dan weer kiezen voor enkel rozen in rode en roze kleuren of voor een bos bloeiende witte meidoorn. Een mooie illustratie dat bloemencreaties altijd al een uiting zijn van de heel persoonlijke uiting van de persoonlijke smaak.
Een nieuwe interpretatie
In de vroege twintigste eeuw ontwikkelden kunstenaars zoals Louis Thevenet het genre van het stilleven verder op de traditionele manier, terwijl vernieuwers zoals de late James Ensor, Léon Spilliaert, Marthe Donas, Walter Vaes en Gustave Van de Woestyne heel persoonlijke interpretaties maakten.
De traditie van de stillevens eindigde met kunstenaars zoals Jean Brusselmans en René Magritte, die de picturale ruimte van het ‘theater van de dingen’ deconstrueerden.
Praktisch
De tentoonstelling ‘Rose, Rose, Rose à mes yeux. James Ensor en het stilleven in België van 1830 tot 1930’ is nog te bewonderen tot 14/04/2024 in Mu.ZEE in Oostende of duik gewoon in de bloemenstillevens en verdiep je in de rijke bloemenpracht van de vorige eeuwen.